Europa zet in op de transitie naar een duurzame economie. Dat betekent dat financiële resultaten niet meer het enige focuspunt zijn. ESG, oftewel ecologische impact, sociale aspecten en goed ondernemingsbestuur van organisaties komen meer en meer in de spotlight te staan. Duurzaamheid is vanaf 2023 niet meer vrijblijvend. Ieder bedrijf met meer dan 250 medewerkers moet vanaf komend jaar duurzaamheidsrapportages uitbrengen. Maar zijn de ondernemingen hier wel klaar voor? En welk impact heeft dit op de beleggers?
Wat is de CSRD?
CSRD staat voor Corporate Sustainability Reporting Directive, oftwel de richtlijn m.b.t. duurzaamheidsrapportage. Deze verplicht alle grote ondernemingen binnen de EU vanaf 2023 om duurzaamheidsaspecten mee te nemen in hun jaarrapporten.
De richtlijn is opgesteld om beter inzicht te krijgen in de echte impact van bedrijven op leefomgeving en samenleving. De verplichte rapportage geldt voor grote bedrijven al vanaf volgend jaar. Midden- en kleinbedrijven volgen vanaf 2026.
Waarom een nieuwe richtlijn?
De CSRD is de vervanger van de NFRD, de Europese richtlijn over niet-financiële rapportage. Ofschoon het ook bij de NFRD, zoals de naam al zegt, gaat om alle bedrijfsactiviteiten die niet onder het kopje “financieel” vallen, werd deze verband met de Europese Green Deal als niet meer effectief gezien als het om duurzaamheid gaat.
De informatie die bedrijven nu verstrekken is vaak onvoldoende voor de gebruikers ervan. Kwalitatief hoogstaande en vooral betrouwbare openbare rapportage over duurzaamheidsaspecten ontbreekt vaak. Dat maakt het voor beleggers lastig om goede keuzes te maken als het om hun investeringen gaat.
Wat heeft de belegger aan CSRD?
Met de nieuwe CSRD verwacht de EU vooral twee dingen:
1. Dat meer geld richting duurzame activiteiten gaat.
Europa is heel ambitieus m.b.t. de Green Deal. Om alle plannen om te kunnen zetten is veel kapitaal nodig. Maar liefst 6700 miljard euro, zo blijkt uit een berekening van de IEA (International Energy Agency). En om dat te kunnen laten stromen is goede en betrouwbare informatie noodzakelijk.
Zoveel kapitaal kan niet alleen gefinancierd worden door overheden. Beleggers gaan hierbij een uiterst belangrijke rol spelen. Hoe betrouwbaarder de informatie over de duurzame agenda van bedrijven, hoe doelgerichter beleggers de energietransitie kunnen steunen en sturen.
2. Dat er een cultuur van grotere publieke verantwoording over duurzaamheid gecreëerd wordt.
De duurzaamheidsrapportages zullen niet meer vrijblijvend zijn. Bedrijven moeten eraan voldoen. Dat betekent dat ze gedwongen zijn om serieus na te denken over hun bijdrage aan een beter leefklimaat. En er met open vizier over moeten berichten.
Om greenwashing tegen te gaan worden de rapporten gestandaardiseerd. Zo wil de EU beleggers beschermen voor “mooie praatjes” die in de praktijk een stuk minder duurzaam blijken te zijn.
Voor wie geldt de CSRD
Op dit moment vallen alleen nog de grote beursgenoteerde ondernemingen, banken en verzekeraars onder de rapportageverplichting m.b.t. duurzaamheid. Vanaf 2023 geldt deze verplichting voor alle grote ondernemingen, of ze nou wel of niet beursgenoteerd zijn. Van de volgende drie criteria moeten er minimaal twee van toepassing zijn:
- Gemiddeld meer dan 250 werknemers
- Een balanstotaal boven de 20 miljoen euro
- Een netto-omzet boven de 40 miljoen euro
Zodra de CSDR van kracht wordt, zal daarom het aantal ondernemingen dat over duurzaamheid moet rapporteren fors toenemen. In Europa stijgt het aantal van ca. 11.500 naar 49.000 bedrijven. In Nederland hebben op dit moment 115 organisaties een rapportageverplichting. Vanaf komend jaar zijn dat er 500.
Zijn Nederlandse bedrijven hier wel klaar voor?
Laten we meteen met de deur in huis vallen, het antwoord is nee. Uit de gisteren verschenen Nationale ESG barometer van KPMG blijkt dat de meeste Nederlandse bedrijven nog geen idee hebben hoe ze duurzaamheid mee moeten nemen in hun jaarverslag.
Sterker nog, maar liefst 72% van de betroffen bedrijven zijn niet eens op de hoogte van de grote veranderingen die nu snel op ze afkomen. De vraag is hoe dat komt.
Snel veranderend speelveld
Een van de redenen ligt in de veranderingen die door de Europese Green Deal in een stroomversnelling gekomen zijn. Nieuwe regels volgen elkaar in hoog tempo op en sommige bedrijven zien door de bomen het bos niet meer.
De grotere beursfondsen hebben teams die alle veranderingen in de gaten houden. Bij kleinere bedrijven ligt dit over het algemeen anders. Neemt niet weg dat ook deze bedrijven al over een klein jaar klaar moeten zijn voor de verplichte duurzaamheidsrapportage. De vrijblijvendheid is ervan af. Met ingang van 2023 moet een gevalideerd ESG-plan onderdeel zijn van de jaarrapportage.
ESG als vast anker van de ondernemingscultuur
Het gaat niet alleen om de impact op klimaat, maar ook op de sociale aspecten zoals werkomstandigheden, diversiteit en gelijke kansen (om maar een paar te noemen) en goed ondernemingsbestuur (daarbij horen o.a. verantwoorde beloningssystemen, profielschetsen etc.) moeten op orde en gedocumenteerd zijn. Het gaat uiteindelijk om heel veel onderdelen.
Natuurlijk is het haast onmogelijk voor een met name kleinere organisatie om al deze delen in al zijn facetten goed in de praktijk te kunnen brengen. Mark Didden, Senior Manager Sustainability bij KPMG, pleit daarom ervoor focus aan te brengen in de ondernemingsstructuur. Hij roept organisaties op zich te concentreren op de onderdelen die belangrijk voor zijn voor hun bedrijfsvoering. Daarbij kunnen ze zich richten op de doelstellingen, haalbaarheid maar ook de risico’s en kansen die deze met zich mee brengen. Gebruikt een bedrijf bv. veel water in het productieproces, dan zal dit een belangrijker speerpunt zijn in de ESG-doelstellingen dan het recycling van papieren bekertjes uit de kantine.
Verder is het belangrijk dat deze duurzaamheidspunten een vast onderdeel worden van de bedrijfsorganisatie. We hebben al eerder vastgesteld dat duurzaamheid integraal bestanddeel van de bedrijfscultuur hoort te zijn en niet een afdeling die verder helemaal los staat van alles wat er in de organisatie gebeurt. Elke functie moet bij de plannen betrokken worden. Het moet een kernactiviteit zijn en geen “nice to have” aan de zijlijn.
Duurzaamheidsrapportage is een verantwoordelijkheid van de afdeling financiële zaken. Echter worden hier slechts de data gerapporteerd. Het werk en de expertise zit elders in de organisatie. Communicatie tussen de afdelingen is daarom cruciaal. En een goede rolverdeling. Wie zit aan de bron van de gegevens, wie heeft er invloed en inzicht, wie verzameld de gegevens en geeft deze door? En weet degene van tevoren welke data in welke vorm noodzakelijk zijn? Hoe beter hierover van tevoren nagedacht wordt hoe beter de uitvoering. De financiële afdeling speelt daarbij een regisserende rol. Maar alle stakeholders moeten erbij betrokken worden.
Uitdaging ook voor accountants
Uit het onderzoek blijkt ook dat veel bedrijven bang zijn dat ze de kennis voor een goede rapportage over duurzaamheidsdoelstellingen niet in huis hebben. Ze zijn gewend om vast te houden aan de oude ankers zoals winst, omzet, marktaandeel en klanttevredenheid. Duurzaamheid is een relatief nieuw aspect.
Niet alleen bedrijven moeten snel hun zaken op orde brengen. Accountants zullen een belangrijke rol moeten spelen op het gebied van ESG-rapportage en de verplichte audits. Ook zij zullen zich grondig voor moeten bereiden op de regels en eisen die vanaf 2023 op ze af komen. Duurzaamheidsrapportage is iets anders dan puur financiële rapportage.
Niet alle bedrijven zullen zelf de expertise in huis hebben of kunnen halen om aan de verplichte rapportages te kunnen voldoen. Ze zullen in grote mate leunen op o.a. het advies en de ondersteuning van hun accountants.
Daarbij gaat het om hulp bij het opstellen van de ESG-doelstellingen en de bijhorende strategie. In het vervolg hebben de organisaties naar eigen zeggen ook ondersteuning nodig bij het inrichten van alle processen en systemen.
Uit de Nationale ESG barometer blijkt dat een derde van de ondervraagde bedrijven verwacht dat hun accountant gaat toetsen of er wordt voldaan aan CSRD. Maar liefst 37% gaat een stap verder en vindt dat de gehele verslaglegging ook tot de taken van de accountant behoort.
Stap voor stap
Met de introductie van CSRD is een verder puzzelstuk gelegd onderweg naar een duurzamere leefomgeving en samenleving. Niet alles zal meteen vlekkeloos gaan en de omschakeling zal tijd kosten. Maar met iedere stap wordt ook de duurzame belegger verder in staat gesteld om door doelgerichte investeringen beter bij te kunnen dragen aan het proces. En, zoals al vaker vastgesteld, dat is ook goed voor de persoonlijke vermogensgroei van de belegger.